Onderwijs

 

ARCHITECTUUR ACADEMIE MAASTRICHT

Reeds enkele jaren is Saar Meganck verbonden aan de Architectuur Academie Maastricht als docent en als hoofdcoördinator Theorie. Deze opleiding kent door haar insteek én geografische ligging in het drielandenpunt ( Nederland, België, Duitsland ) een uniek karakter. Binnen de theorie verzorgen we een continue lezingenreeks als inspiratie- en discussiekader. Een greep uit de afgelopen twee jaar: William Mann, Stephen Taylor, Saskia de Wit, Olivier Goethals, Dirk Somers, Paul Kuitenbrouwer, Pieter Bedaux, Hans van der Heijden, Johnny Leya ….

De kwintessens van het architectuurcurriculum aan het AAM wordt weerspiegeld in het citaat van Maurice Jean Jacques Merleau-Ponty (1908-1961): "We weten niet door ons intellect maar door onze ervaring." De Academie hanteert het duale systeem van studeren en werken tegelijk. Deze vorm van onderwijs wordt gekenmerkt door een combinatie, afwisseling en interactie van leren aan de academie en leren door te werken in een relevante werkomgeving. Daarbij wordt ingezet op een expliciet fenomenologische benadering, een benadering waarin het onderzoek naar de beleving van de architectonische conditie centraal staat. De visie van AAM verbindt vakmanschap in het maken en onderzoeken van de fysieke context 'plaats' en de bijbehorende lagen van zowel sociale als cultuurhistorische kaders.

De focus van de academie op 'ervaring' kan dus in al haar lagen worden geïnterpreteerd: inherente ervaring in het doen (tacit knowledge/ craft) en zintuiglijke ervaring van de plaats, de context, de ruimte, het tastbare, het onderliggende, het object en de leegte (fenomenologie). De wisselwerking tussen project, theorie en beroepservaring is ook terug te vinden in varianten in de filosofie van docenten die in het (recente) verleden een belangrijke bijdrage aan de academie hebben geleverd. Zij onderscheidden de begrippen techne, poiesis en praxis (Wim van den Bergh) en zoeken, denken, bouwen (Christian Kieckens). Deze begrippen verwijzen naar de geschiedenis en fundamenten van de academie.

De academie debatteert en ontwikkelt terminologie die de uniciteit van architectuur als betekenisdrager uitdrukt en op basis waarvan de bijzonderheid van de interventies van ontwerpers in het architectuurdomein wordt uitgedrukt. In deze huidige fase van het debat probeert de academie dit te doen binnen de masteropleidingen op basis van de begrippen plaats, retoriek en esthetiek. Deze drie onderdelen zijn bijzonder waardevol als lens en leidraad.

Plaats: Architecten houden zich bezig met het analyseren en ontwerpen van ruimte binnen een bestaande conditie/context. Een kerntaak van architecten is het begrijpen van het unieke karakter van de bestaande omgeving. Zij moeten de omgeving in al haar lagen leren waarnemen en begrijpen als voorwaarde voor ruimtelijke ingrepen die recht doen aan de kwaliteiten van die omgeving als geheel. Vanuit deze visie legt het studieprogramma de nadruk op onderzoek naar bestaande (stedelijke, architectonische, natuurlijke) structuren en contexten en de bijbehorende lagen, inclusief de sociale en (cultuur)historische kaders.

Retoriek: Voor de architecten is de ruimte die gevormd wordt door zowel de gebouwde als de onbebouwde context het uitgangspunt. Zo'n ruimte, die de toestand van de omgeving bepaalt, drukt iets uit. Zij kan bijvoorbeeld verlaten, leeg of unheimlich zijn, en vraagt vanuit dat oogpunt om specifieke ingrepen. Het uitgangspunt van het studieprogramma is dat in termen van ontwerpcontexten (in termen van architectonische ruimte) drie ruimtelijke schalen kunnen worden onderscheiden van waaruit de architect intervenieert: landschap, stad en huis. Elke schaal heeft en vormt zijn retoriek op basis van de contextuele/ruimtelijke/natuurlijke eigenaardigheden die bij die schaal horen. Het studieprogramma stimuleert het 'verbeelden' van wat deze ruimte uitdrukt.

Esthetiek: Esthetiek gaat over de zintuiglijke waarneming van de werkelijkheid of in ons geval de architectonische toestand in al haar kwaliteiten - zowel de 'positieve' als de 'negatieve'. De leer van het mooie, de callistiek (Grieks kalós = mooi, aangenaam) is slechts een onderdeel van de esthetica. Esthetiek is niet, zoals vaak ten onrechte wordt beweerd, de "leer van het schone". Wij gebruiken het woord 'niet-esthetisch' in het dagelijks leven als 'afstotelijk' en 'lelijk', maar het tegenovergestelde van esthetiek is 'verdovend'. Het woord is waarschijnlijk het meest bekend uit de geneeskunde en beschrijft "ongevoeligheid, het verlies van zintuiglijke waarneming".

https://www.zuyd.nl/opleidingen/master-architectuur

https://www.zuyd.nl/opleidingen/vormgeving-architectuur-en-interieur

https://www.zuyd.nl/opleidingen/master-interior-architecture

Vorige
Vorige

‘The Pink-fingered Dawn’