Gelukkige Grijsheid

 

Locatie Sint-Jans-Molenbeek, België

Opdrachtgever SLRB-BGHM Brussels

Team Dhooge & Meganck Architectuur en Jo Taillieu Architects

Stabiliteit Robuust oa

Technieken Robuust oa

Energie en duurzaamheid Robuust oa

Datum 2020

Status Wedstrijd, niet weerhouden

 

tekening Shirin Depreeuw

RENOVATIE EN UITBREIDING VAN EEN ZORGCENTRUM IN BRUSSEL

“When two people meet, each one is changed by the other, so you've got two new people.”

- The Winter of Our Discontent (1961) John Steinbeck

In deze opdracht komen twee specifieke vraagstukken samen. Enerzijds de opgave om de gemeenschapshuisvesting en bijbehorende functies zo te organiseren dat functionaliteit, ergonomie en gebruiksgemak de basis vormen van elke beslissing. Anderzijds ontwerp je ook een kleine, bijzondere gemeenschap waarin de gevoeligheden van elk individu - bewoner, bezoeker, werknemer, buurman en passant - met grote aandacht moeten worden geanalyseerd en beantwoord. Als we aan beide eisen voldoen, leggen we een ontwerp op tafel dat functionaliteit als ruggengraat draagt, maar deze overstijgt in beleving, zodat er zoveel meer ontstaat.

De eerste steun in onze uitwerking is het belang van de ontmoeting. Het creëren van een woongemeenschap vereist een gebouw dat de juiste balans vindt tussen alle componenten in het spectrum van ontmoetingen. Te vaak wordt in dergelijke gebouwen de fout gemaakt om het "samenkomen" klakkeloos te beantwoorden met één grote zaal waar dit moet gebeuren. Dit gaat voorbij aan de verscheidenheid van "ontmoeten" die ieder mens nodig heeft; van het zich in alle rust kunnen terugtrekken (jezelf ontmoeten) tot een rustig gesprek met z'n tweeën, een gewaardeerde dagelijkse groet aan een buurman, een geanimeerd samenzijn met een groep, het zwaaien naar een spelend kind, een familiefeest, het beleven van het leven om je heen in kleine en grote momenten .... In het ontwerp, van grote lijnen tot kleine ingrepen, biedt dit gebouw altijd een vertaling en een plek om deze rijkdom te ontmoeten.

Een tweede basis in onze uitwerking is het belang van variatie en keuze voor de bewoner. Verhuizen naar een gemeenschapshuis vraagt van de bewoner al dat hij door zijn fysieke conditie en leeftijd zoveel meer beperkt wordt in zijn keuzevrijheid. Maar al te vaak moet een standaardoplossing of één soort plek het antwoord zijn op ieders behoefte: één buitenruimte, één ruimte om elkaar te ontmoeten, één grens tussen de buitenwereld en het gebouw... Wij zetten fundamenteel in op alle rijkdom die schuilt in differentiatie en nuances, zodat de bewoner en de bezoeker het recht op keuze en individualiteit blijven ervaren.

Ensemble

De autonome woningen en de dienstwoningen zijn dus als verschillende delen naast elkaar geplaatst, maar staan met elkaar in wisselwerking door het leven dat zich aan elkaar toont op de promenade en de passerelle. Zo staan ze ook visueel in contact met de activiteit op de binnenplaats en de gemeenschappelijke ruimte.

De gemeenschappelijke ruimte bevindt zich als een lager volume aan de zuidzijde van de binnentuin. Het vormt op een zeer logische manier de verbinding in functie en verhouding tussen de nieuwbouw en de bestaande Arcadia-gebouwen. Door het hoogteverschil is zij lager gepositioneerd ten opzichte van de aangrenzende gebouwen en toont zij zich als een uitzondering in het ensemble. Door de gevelhoogte van dit deel te beperken, opent de binnentuin zich naar het zuiden en ontstaat er een dankbaar snijpunt tussen de bouwvolumes. Het zicht vanuit en over het verbindingsvolume richt zich met name op de oude eik, de lager gelegen tuin en het Scheutbospark.

De individuele woning

Het basisstuk voor het hele gebouw is natuurlijk de individuele woning. Bewoners moeten zich thuis voelen in de gemeenschap en op hun individuele plek. Ook op deze kleine schaal gaat het weer om ontmoeting en keuze. Een rigide wooneenheid die slechts één uitzicht of één richting toelaat, beperkt de leefomgeving.

 

tekening Shirin Depreeuw

Vorige
Vorige

Novus Portus

Volgende
Volgende

Wonen aan de Wolfsgracht